De eerste klap is een daalder waard. Diegenen die de gulden als betaalmiddel nog hebben meegemaakt weten zeker wat dat betekent. Een 5,5- 2,5 overwinning in de eerste wedstrijd is een fraai resultaat.
Invaller Alan Bakija en ik zorgden voor een 1-1 stand door beiden zetherhaling op het bord te toveren. Bij Alan heb ik het niet gezien maar toveren was aan mijn bord het juiste woord. Na een koningsaanval gepareerd te hebben bleef ik een pion achter in het dame eindspel. De vijandelijke d- en e-pion waren al op de zesde rij toen ik “Durchschach”kon maken. Zo noemen mijn Duitse clubgenoten dat.
Henny versteeg blunderde in de opening pion a7 weg. Hij bleef steeds minder staan tot hij opgaf. Dat deed hij echter in een aanzienlijk betere stelling in de veronderstelling dat hij mat ging. Hij had helaas overzien dat hij simpel zijn dame op d1 kon weggeven omdat hij dan met het niet meer gepende paard ook de dame kon slaan. Michel van Cappellen speelde agressief. Daar leverde hij wel drie pionnen voor in. Ons oud lid Pieter Sturm trapte echter in een aftrekschaakje dat hem de dame kostte. De stand was weer in evenwicht (2-2).
Frans Vreugdenhil belaagde over de c-lijn een gepend paard op c6. Stukverlies was voor zijn tegenstander niet te voorkomen. Frans speelde de partij verder risicoloos naar winst. Marcel Glissenaar moest zorgvuldig verdedigen tegen de koningsaanval van Frank van Zutphen. Dat deed hij keurig. In tijdnood probeerde Frank met stukoffers door de zwarte stelling te breken. Toen de kruiddamp was opgetrokken bleef hij twee torens achter. Een mooi belangrijk punt van Marcel. Frank heeft problemen met het uurwerk. Zaterdag in de KNSB wedstrijd tegen Krimpen 2 liet hij ook al zijn vlag vallen.
De mooiste partij van de avond was die van Jan Sluiter. In de opening gaf hij een paard voor aanvalskansen. Gaandeweg de avond snoepte hij pionnen. Toen hij 6 (!) pionnen voor het paard had zag Martin Rensen er geen brood meer in. De winst was binnen.
Diederick Casteleijn speelde vrijwel de hele avond met een pion meer. Dat werden er twee in het eindspel. Hij ruilde zijn paard tegen een loper waardoor er een eindspel met voor hem twee pionnen en ongelijke lopers overbleef. Dat had hij waarschijnlijk niet moeten doen. Het eindspel was niet meer te winnen.
Hans van Nieuwenhuizen
Reactie plaatsen
Reacties